Parelstralen

Parelstralen Van Inox

Wie een rvs-constructie bedenkt of uittekent, gaat vaak snel voorbij aan de nabehandeling die nodig is. De eindklant verwacht een strak ogend en blinkend geheel. In de ogen van velen is glans de waardemeter voor kwaliteit en corrosiebestendigheid. Na de rvs-samenbouw moeten lasnaad-verkleuring of krasjes en onzuiverheden weggewerkt worden. Klassiek gebeurt dit door o.a. schuren, beitsen en polieren. Het kan echter ook door de ganse constructie te parelstralen.

Persluchtstralen met parels

Parelstralen is de naam voor een klassieke straaltechniek die wordt uitgevoerd met kleine ronde parels of kogeltjes. Het meest gebruikte straalmiddel is nog steeds glas. Glasparels zijn inert en perfect glad van oppervlakte. Het ‘beste’ straalmiddel is echter niet eenduidig te definiëren en zal bepaald worden per individueel geval. Als algemene regel bij het behandelen van roestvast staal geldt dat elke vorm van ijzercontaminatie moet worden vermeden. Dat betekent uiteraard dat er ijzervrije straalmiddelen moeten worden ingezet. Het betekent ook dat men een aparte straalcabine voor rvs moet gebruiken. Bij het recycleren van het straalmiddel wordt dan ook vaak een magneetfilter ingezet. Zo worden alle ferritische deeltjes verwijderd. Bij de voorbewerking van het rvs blijft er soms roest achter van de plooimessen of de snijschaar. Soms treedt ook contaminatie op door het opslaan. Droogstralen met glas geeft oppervlakken die goed te reinigen zijn, belangrijk in de farmaceutische en voedingsindustrie. Met glasstralen is ook de vaak opgelegde norm van Ra <1µ – 0,8µ goed haalbaar. Maar door het breken van het glas was de oppervlakteruwheid wel hoger dan bij keramisch stralen. Glasstralen is een goede techniek. Het keramisch stralen wint dan weer op het terrein van visueel resultaat. De zijdeglans en egale afwerking is niet te evenaren. Het straalmiddel wordt in principe na elk gebruik gerecycleerd, wat betekent dat parels gereinigd en gezeefd worden.

Het stralen met parels geeft een visuele verbetering, zoals een egaal uitzicht, verwijdert men de chroomarme laag en wordt de oppervlakte gehamerd. Glans doet verkopen, of het nu om een technische dan wel esthetische constructie gaat. Door het juist stralen met aangepaste parels wordt de glans egaal en worden verkleuringen verwijderd. De andere voordelen zijn uitsluitend technisch van aard. Het is een klassiek probleem in elke rvs-constructie waarbij plekken met te weinig chroom eerder gaan corroderen. Het hamereffect ontstaat bij het bombarderen van het oppervlak met de straalparels. Hierdoor ontstaat een verdichting in de bovenste laag van het materiaal. Gehamerde metalen hebben het voordeel dat ze minder gevoelig zijn voor het aanhechten van vuil en in tweede orde dus ook voor corrosie. Dé misvatting is dat rvs niet roest. De naamgeving roestvast staal is minder misleidend dan het vaak gebruikte roestvrij staal. Als rvs roest, komt dat vaak door het ontstaan van een chroomarme laag. Roest ontstaat als oxidereactie met zuurstof. Zodra er voldoende chroom aanwezig is in de buitenste laag van het rvs, ontstaat een natuurlijke chroomoxidelaag die bescherming biedt tegen roesten. Door allerlei bewerkingen, zoals lassen, en door contact met organisch materiaal kan de chroomlaag ‘verarmen’. Van passivering is dan geen sprake meer, zodat roest zal ontstaan. Als vuistregel geldt dat een chroompercentage van minder dan 12-14% risicovol is. Van zodra deze laag is verwijderd, zal de vrije chroom in de onderliggende schil ook bij lage temperatuur opnieuw gaan reageren met zuurstof, zodat een nieuwe passivering ontstaat. Dit vergt minimum 24 uur. Bij een onvoldoende concentratie biedt chemisch passiveren dan een uitkomst. Dit houdt in dat met een oxiderend zuur het oppervlak wordt nagespoeld. In deze vloeistof worden alle schadelijke elementen aan het oppervlak opgelost en tevens helpt het zuur het oxiderende proces van het chroom te versnellen. Een chroomoxidehuid passiveert in een neutraal milieu in ca. 24 uur. Met behulp van een passiveringsvloeistof kan dit al in 3 tot 4 uur. Na het passiveren is spoelen met gedemineraliseerd water altijd aan te raden. Indien niet voorhanden kan ook onthard kraanwater gebruikt worden. Ook lassen is erg nadelig voor de chroomconcentratie, zij het op een andere wijze. Op plekken die bij laswerken tot ongeveer 500 °C opgewarmd werden, ontstaat chroomcarbide. Deze reactie tussen koolstof en chroom is kristalvormig en carbidevorming ontstaat vooral aan de kristalgrenzen. Het chroom wordt weg gereageerd op de grenzen van de kristallen, waardoor interkristallijne corrosie kan ontstaan. Nabehandeling van het gelaste oppervlak is dan ook essentieel.

Onderzoek door het BIL (Belgisch Instituut voor de Lastechniek) toont aan dat het juiste en vakkundige gebruik van straalmiddelen geen spleetcorrosie veroorzaakt. Spleet corrosie is enigszins verwant aan het beter gekende ‘pitting’. In kleine scheurtjes ontstaat een aangetaste en chroomarme laag. Omdat deze spleetjes niet te reinigen zijn, zet de aantasting zich in de diepte ongeremd voort met alle gevolgen van dien. Een vaststelling die nog maar eens aangeeft dat vakmanschap meesterschap is.